De papegaaienfamilie lijkt vrij goed trainbaar te zijn, waarschijnlijk een functie van zeer intelligent zijn. Elke vogelsoort die je waarschijnlijk vrij laat vliegen, kan echter met het nodige geduld worden getraind. Verschillende artikelen beschrijven ook de basis:
In wezen is het idee om te kijken naar tekenen dat je vogel op het punt staat te poepen en ze dan naar een geschikte poepplek te verplaatsen en ze dan te vertellen dat ze moeten gaan. Beloon ze als ze het goed doen.
Dat gezegd hebbende, deze training is niet zonder enige risico’s. Vogels hebben maar één sluitspier en ze plassen en poepen uit die ene opening, dus dit is een biologische structuur die niet bedoeld is om op lange termijn “het in” te houden. Het grootste risico is hier de prolapsed cloaca die een ernstig gevaar vormt voor de gezondheid van de vogel.
In ieder geval had ik ooit een grasparkiet als huisdier en liet hem destijds vrij rondvliegen in mijn appartement. Het ding is, hij had de neiging om op twee algemene plaatsen te hangen: een paar ringen die ik voor het balkon had gezet en in de kooi die ik aan de muur had opgehangen. Als je weet dat vogels de neiging hebben om te poepen als ze opstijgen voor het vliegen en voor een tijdje na het eten, is een geschikte papieren/plastic hoes bij hun hangplekken een goede manier om belangrijke schoonmaakklussen te vermijden.
Summation: kies de variëteit die je het meest aanspreekt. De papegaaienfamilie is goed als je graag met ze praat en met name budgies (het is een kleine variëteit papegaaien) zijn echt, echt, makkelijk te houden.